EU in Motion I

status: Aanvraag 29/3/2007 Goedkeuring 4 dec 2007

Docenten: Benedict, Thea en Noëlle

Betrokken Landen:
Oostenrijk
Slowenië
Duitsland
Engeland


Lifelong Learning Programme 2007-2013

Leonardo da Vinci

URL:
http://www.leonardodavinci.nl/?NODE=1697




PROGRAMMA VOOR LEVENSLANG LEREN
2007 – 2013




Overzicht van het programma

Hoofdactiviteit 1: Politieke samenwerking en innovatie

HOOFDSTUK A: Projectoverzicht

A1 Acroniem: EU in motion A2 looptijd: 24 maanden
A3 Aanduiding: Kwalificaties voor een betere gezondheidszorg door het gebruik van EQF
A4 Samenvatting:
“EU in motion” concentreert zich op de omzetting en verdere ontwikkeling van het EQF in de beroepen in de gezondheidszorg. Deze sector is binnen de EU gekenmerkt door een veelheid aan verschillende opleidingswegen en afsluitingen, maar ook door een traditioneel hoge mobiliteit van zijn werknemers. Tot nu toe gedane verzoeken, om meer vergelijkbaarheid en transparantie te bevorderen, zijn meestal input-georiënteerd gebleven.

Bijvoorbeeld voor twee beroepsgroepen –verplegende en verzorgende beroepen en ergo- en fysiotherapeuten- moeten nu output-georiënteerde oplossingsvoorstellen ontwikkeld worden.
Voorbouwend op een gedetailleerde analyse van de uitgangsvoorwaarden in de deelnemende landen worden eerst “Good practice” voorbeelden voor verbinding van opleidings- en vervolgopleidings-afsluitingen met het EQF geïdentificeerd en op de 2e plaats een begin van oplossingen voor wederzijds gebruik uitgewisseld. Dit mondt uit in de formulering van aanbevelingen voor de verschillende belanghebbenden (Stakeholders) op nationaal en op Europees vlak.
Verwachte projectresultaten zijn: praktijkgerichte voorstellen voor gebruik, aansporing voor de verdere ontwikkeling van het EQF en tot duurzame kwaliteitsborging. De verspreiding van de projectresultaten gebeurt via bestaande netwerken, door de rechtstreekse overdracht in nieuwe curricula, maar ook door nationale conferenties waarbij aan de nationale belang-hebbenden (stakeholders) de aanbevelingen, die in het project verkregen zijn, gepresenteerd worden.

Aan het project werken 5 partners uit 5 landen samen: Duitsland, Schotland, Nederland, Slovenië en Oostenrijk. Daarmee zijn alle facetten, die de beroepsopleidingen in de gezondheidszorg destijds kenmerkten vertegenwoordigd: de lagere- en de academische opleidingen, ervaring met de overgang van het ene naar het andere systeem en verschillende omzettingservaringen, modulering en studiepunten. Partners in het project zijn universiteiten en beroepsopleidingsinstituten alsmede de openbare besturen.
De resultaten worden op een CD-ROM in het Duits en Engels gedocumenteerd en kunnen daarom ook buiten de deelnemende landen overgedragen worden. De looptijd van het project is 24 maanden.


A5 Behandelde doelen en prioriteiten in LLP
Bijdrage aan de ontwikkeling van een hoogwaardig levenslang leren en bevordering van een hoge prestatiestandaard
Innovatie alsmede een Europese dimensie binnen de desbetreffende systemen en methoden
“EU in motion” zal, met behulp van “Good practice” voorbeelden in de geselecteerde beroepen in de gezondheidszorg Verpleging en Fysiotherapie/ergotherapie ertoe bijdragen, dat in een beroepssector van een bepaald land verworven kwalificaties zowel in andere beroepssectoren van hetzelfde land als ook in een ander land erkend worden.
De kwaliteit wordt daarbij door reflecterende oriëntatie op “Good practice” op het hoogste niveau gebracht. Dat het EQF daarbij als ondersteunend instrument onderzocht wordt, is het meest voor de hand liggend evenals de samenwerking van de 5 bewust uitgekozen Europese projectpartners.
Ondersteuning van de verbetering van de kwaliteit, aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van het, in de lidstaten beschikbare, aanbod voor levenslang leren.
In de geselecteerde beroepen in de gezondheidszorg zijn kwalificatiewegen zowel binnen een land als tussen twee landen dikwijls geblokkeerd. Op dit punt begint “EU in motion” en ondersteunt door transparante en vergelijkbare documentatie van leerresultaten het scheppen van mogelijkheden, b.v. na een beroepsopleiding aansluitend een universitaire studie, opdat de reeds verworven kennis en vaardigheden uitgebreid worden zodat levenslange leerwegen ontstaan en aantrekkelijk worden, terwijl de leertijd verkort wordt.
De oriëntatie op “Good practice” voorbeelden en de discussie over kwaliteitsborging, verhoogt de kwaliteit van het aanbod.



Geeft u a.u.b. in onderstaande hokjes aan, welke LLP-programma doelen met deze aanvraag nagestreefd worden (zie besluit aartikel 1.3 en tabel 2 van de aanwijzingen voor het invullen van het aanvraagformulier
Bevordering van de samenwerking bij de kwaliteitsborging binnen alle bereiken van de algemene - en beroepsopleidingen in Europa
De kwaliteitsborging in de beroepsopleidingen binnen de geselecteerde beroepen in de gezondheidszorg wordt vanaf het begin gethematiseerd, voorbeelden van “Good practice” en ook de kwaliteitsborging binnen het bereik van de beroepsopleidingen worden samengesteld. Niet alleen de projectpartners uit de 5 Europese landen zullen zo aan de kwaliteitsborging van de beroepsopleidingen in de verpleging en fysiotherapeuten/ergotherapeuten samenwerken, de resultaten van het project zullen talrijke belanghebbenden (Stakeholders) bereiken en dus tot verdere samenwerking in het kader van kwaliteitsborging aansporen.

Bevordering van de best mogelijke inzet van resultaten, innovatieve producten en processen zoals uitwisseling van voorbeeld-handelswijzen van de binnen het programma van levenslang leren afgedekte gebieden tot het verbeteren van de kwaliteit van algemene- en beroepsopleidingen
“EU in motion” begint met de uitwisseling van voorbeeld-handelswijzen ten aanzien van de leerresultaat-gerichte opleidingen, de erkenning van de op een andere manier bereikte leerresultaten evenals de kwaliteitsborging en documentatie daarvan. Iedere projectpartner analyseert de situatie binnen de geselecteerde beroepen in de gezondheidszorg in zijn land en formuleert aanbevelingen tot verbetering voor de nationale belanghebbenden (stakeholders). Darbij oriënteren zij zich op de voorbeeld-handelswijzen. Deze aanbevelingen zijn een belangrijk resultaat van het project worden aan de belanghebbenden (Stakeholders) tijdens een conferentie gepresenteerd, maar ook in electronische vorm aan andere instituten gestuurd.

“EU in motion” concentreert zich op prioriteit 2 en 5 van de oproep, in het bijzonder ook ten aanzien van deersterking van beroepsmobiliteit en de bevordering van de inzet voor erkenning van niet-formele kennis/vaardigheden. Het project doelt erop, de principes en mechanismen van het toekomstige EQF te beproeven en eventueel verder te ontwikkelen. Het concentreert zich daarbij op de gezondheidsberoepen , een sector die in alle EU-lidstaten toeneemt, zoals de groeiende betekenis met het oog op de demografische wijzigingen, betaamt en waarbij de in verschillende landen verschillende opleidings-systemen elkaar treffen – academisch en beroepsopleidend georiënteerd.


A6 Samenvatting van het budget
Gezamenlijke kosten € 253.845,-- Aangevraagde financiële steun € 190.383,-- Aangevraagde steun in % 75

Deelnemers
De BGZ is een gemeenschapsinstelling in de deelstaat Berlijn, , de HKW Berlin en de IHK Berlin voor omzetting van projecten voor internationale samenwerking. Ze is nuttig voor de gemeenschap en wordt door de deelstaat Berlijn institutioneel gesteund. Sinds haar oprichting in 1983 heeft ze meer dan 60 projecten in concept opgesteld en succesvol gerealiseerd, o.a. financieel ondersteund door EU-commissies (Leonardo-da-Vinci, INTI, EuropeAid e.a.). Bovendien coördineert de BGZ reeds het 2e EQUAL-ontwikkelingspartnerschap en is penvoerder in een project van de DG werk & sociale bevordering van de intergratie van migranten in de beroepen in de gezondheidszorg.
Als landelijke instelling is de BGZ verplicht aan de omzetting van politieke beleidslijnen. Zij vertaalt deze beleidslijnen in concrete projecten. Een actueel speerpunt is de omzetting van het masterplan “Gesundheit Berlin”. Op het ogenblik leidt de BGZ het informatie- en sensibiliseringsproject “Active Health” (bevordert door de GD werk, sociale aangelegenheden en gelijkheid van kansen)
Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project
De BGZ fungeert als aanvrager en coördinator van het gezamenlijke project. Ze neemt het penvoerderschap op zich in de vorm van projectmanagement. Dit houdt in: het afsluiten van verdragen met de partners ten aanzien van de omzetting van het project en de doorgeven van de middelen, omzetting van het projectplan, continue controle. De BGZ bewaakt het kwaliteitsmanagement binnen het project en heeft een wezenlijke rol bij het valoriseren van de projectresultaten. Als gemeenschapsinstelling van wetenschap en staat heeft zij jarenlange ervaring in projectomzetting en implementering. (pagina 5 van 42)

Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers
Dr. Hilde Hansen: leider
15 jaar ervaring in projectmanagement: conceptie van projecten en trainingsmaatregelen, in het bijzonder in de sturing van grote netwerken (2 Equal-ontwikkelingspartnerschappen voor beroepsintergratie van migranten vrouwen), jarenlange expertise in beroepsopleidingen (o.a. Leonardo da Vinci), expert voor mainstreaming in het EU-project “Active Health”- strategieën voor een verbeterde toegang van migranten vrouwen tot de gezondheidszorg als bijdrage aan de Europese sociale beschermingsstrategie.

Dr. Ines Klemm: projectmanager
17 jaar beroepservaring als programma- en projectmanager, zwaartepunten: projectconceptie, programmacoördinatie, monitoring en evaluatie, thematische zwaarte-punten: beroepsopleiding, werk, KMU-bevordering, internationale bestuurscoöperaties, gefundeerde ervaring als adviseur en trainer .

Manuela Schulz: controleur
Diploma groothandelaar met 11 jaar beroepservaring
Veel omvattende kennis van EU-budgetrecht en van belastingrecht, in projectberekening en in financiële planning, in de middenmanagement, budgetcontrole
Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen

Eerdere subsidies
1-7-2007/ 30-6-2008 EU-programma Leonardo da Vinci (over het nationale agent- schap bij BIBB) DE/07/LLP/
LdV/VETRO/279199 BGZ Berlijns genootschap voor internationale samenwerking EduChange- going Istanbul & Izmir: Duits- Turkse kwalificering-maatregelen voor beroeps- opleidingsver-
Antwoordelijken www.bgz-berlin.de

15-12-2006/
15-12-2007 Masterplan Gezondheid,
Europese commissie
GD werk, sociale aan- gelegenheden en gelijkheid van kansen Grant agreement
VS/2006/0751 Accounting. No. S12.452989 BGZ Berlijns genootschap voor internationale samenwerking “Active health”: strategieën voor een verbeterde toe- gang van
Migranten voor gezondheidszorg door sensibilisering en empowerment als bijdrage aan de Europese sociale beschermingsstrategie www.bgz-berlin.de

1-10-2006/
30-9-2008 EU-programma Leonardo da Vinci (over het nationale agent- schap bij BIBB) LA 146 581 Senaatsbestuur
Voor economie, techno-logie en vrouwen TRIALOG- nieuwe econo-mische talen in Europa: innovatieve leermiddelen in het kader van het vreemde talen onderwijs en de beroepspraktijk: Pools-Duits-Turks met het zwaartepunt op toerisme en handel www.bgz-berlin.de

1-1-2005/
31-12-2007 EU-programma Equal over BMAS XB4-76051-20/BE/211 BGZ Berlijns genootschap voor internationale samenwerking Equal-prointegratie , integratie door interculturele mainstreaming www.prointegration.info
1-1-2004/
31-3-2007

EU-programma Leonardo da Vinci (over het nationale agent- schap bij BIBB)
DE/04/B/F/PP146195



BGZ Berlijns genootschap voor internationale
samenwerking

Umbau & Ko:
Milieurechtvaardig bouwen met competenties: ontwikkeling van een Europees kwalificatie-systeem voor beroepen in de bouw onder de nieuwe EU-richtlijnen

www.umbau-und-ko.eu
1-7-2007/
30-6-2008 EU-programma Leonardo da Vinci (over het nationale agent- schap bij BIBB) DE/07/LLP/
LdV/VETPRO/279282 BGZ Berlijns genootschap voor internationale samenwerking Masterplan gezondheid: Health Exchange: de toekomst van de beroepen in degezonheidszorg in Europa. Ervaringsuitwisselingen voor opleidingsverant- woordelijken en leraren van Berlijnse beroeps-opleidingen in de gezond- heidszorg naar Wenen en Amsterdam
1-6-2004/
7-11-2005 EU-programma Leonardo da Vinci (over InWEnt) 430 350 01BG BGZ Berlijns genootschap voor internationale samenwerking Berline KÖPRÜ: brug naar Berlijn, ervaringsuitwisseling voor Turkse opleidingsverant-woordelijken in Berlijn voor het leren kennen van de Duitse beroepsopleidingen
En om een netwerk op te bouwen www.bgz-berlin.de


B3 Voor iedere, bij het consortium betrokken, inrichtingen in te vullen:
Algemene beschrijving van de instelling: grootte, terrein waarop met werkzaam is, speciale kennis en competenties met betrekking tot het voorgestelde project

De Alice Salomon vakuniversiteit is een van de grootste zelfstandige universiteiten in de sociale sector in Duitsland met ca 1500 studenten. Momenteel biedt het 4 bachelor- en 8 mastersopleidingen in de sociale sector, opleidingen in de kinderverzorging evenals in de niet-medische gezondheidszorg aan.
De wortels van de ASFH liggen in de door Alice Salomon in 1908 in Berlijn gestichte
“Sociale vrouwenschool”. Alice Salomon zelf was voor de vrouwenbeweging een drijvende kracht en vormde een duurzame opleiding binnen het beroepsveld van het sociale werk.
In de traditie van haar naamgever houdt de ASFH zich bezig met de verdere professionalisering van beroepen in de gezondheid, sociaal werk en opvoeding. Naast het leren speelt onderzoek een grote rol bij de ASFH.
In de laatste vijf jaar zijn meer dan 70 onderzoeksprojecten van verschillende grootte door de ASFH uitgevoerd. Als 3e taak is de wetenschappelijke vervolgopleiding te noemen.
Het aanbod reikt van een- tot vijfdaagse particuliere cursussen tot certificaatcursussen.
Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project
ASFH is een uitvoerende instelling in Duitsland. De partner is actief betrokken bij de omzetting van alle onder 2 t/m 10 genoemde stappen in het projectplan. Bij de situatieanalyse was zij deze vragen al aan het bewerken; hoe de EQF met de basisopleidingen te verbinden en hoe de leerresultaten in de Europas gedocumenteerd kunnen worden.
Als universiteit brengt de ASFH haar ervaring in de ontwikkeling van studierichtingen en de erkenning van, via informele leerwegen verworven, kennis en vaardigheden mee. Zij zal als zwaartepunt de aspecten van de kwaliteitsborging belichten. Ze brengt de ervaringen van Tuning-projecten in “EU in motion”in en legt verbindingen met nationale en Europese netwerken.


Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers
Prof. Dr. Räbiger:
Leidt de bacheloropleiding “gezondheids- en verpleegkundig management” en “fysiotherapie/ergotherapie” (door haar ontwikkeld) en onderzoekt in het BLK-programma “verdere ontwikkeling van duale opleidingen in het 3e bereik” binnen het project “ontwikkeling en beproeving van een concept voor erkenning van buiten de universiteit verworven leerprestaties op bacheloropleidingen en planning van daarop voorbouwende masteropleiding binnen de gezondheidszorg/verpleging aan de ASFH en de Charité-universiteit Berlin (2005-2008)
Prof. Dr. Kollak:
Onderzoekt en onderwijst sinds meer dan 10 jaar in de verpleging. Zij vertegenwoordigt sinds 2002 in het EU-project “Tuning educational structures in Europe”, de Duitse verpleegkundigenopleidingen. Het Tuning-project streeft een fijne afstemming van de opleidingen in Europa na. Het is daarom belangrijk, de resultaten van het Tuning-project voor het aangevraagde project vruchtbaar te gebruiken. Dat wordt door de deelname van prof. Kollak gegarandeerd.
Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen
Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

Grant agreement
14-9-2005 Erasmus thematic network Università degli studi di Parma
(coördinatie en middenmanagement) EUSW-European platform for worldwide social work http://www.
Eusw.unipr.it/
Grant agreement
Juli 2005 PHAROS
Cooperation project JAI/2004/ERF/047 Pharos kenniscentrum Utrecht (coördinatie en midden-management) Supporting refugee children and asylum seeking children
5-9-2005 SOCRATES-
Erasmus 65996-IC-1-2005-1-SI-ERASMUS-PROGUC-1 Universiteit van Ljubljana, faculteit sociaal werk
(coördinatie en middenmanagement) Internationale doctoraal studies in sociaal werk
14-3-2003 SOCRATES-
temopus Tuning educational structures in Europe
Maart 2001 QLK 6200 0002 Universiatá Cattolica del Sacro Cuore, Rome The aged in home care in 11 European countries


B3 Voor iedere, bij het consortium betrokken, inrichtingen in te vullen:
Algemene beschrijving van de instelling: grootte, terrein waarop met werkzaam is, speciale kennis en competenties met betrekking tot het voorgestelde project

Vakafdeling 8A-deel van het ministerie van de Stiermarkse regering (deelstaat van Oostenrijk) en referaat gezondheidsberoepen.
Het werkbereik is: juridische en economische verzorging van de scholen en de academies, organisatorische hulp, opleidingstechnische eindverantwoording, personeelstoezicht, aanname-aangelegenheden voor scholieren en studenten, school- en academieorganisatie, voltrekking van arbeidsvoorschriften, financiering, toezicht over ondergeschikte opleidingsinstellingen, gezondheids- en ziekenverplegingsscholen, scholen voor medisch-technische vakken, vroedvrouwenopleiding, vakcompetenties, juridische competenties-Oostenrijk, kwaliteitsmanagement
Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project
Het ministerie van de Stiermarkse regering is het uitvoerende instituut in Oostenrijk.
Ze is actief betrokken bij de omzetting van alle onder 3 t/m 10 genoemde stappen in het projectplan. Door de Oostenrijkse partner worden de specifieke ervaringen van een actueel omzettingsproces van de basis- tot de academische opleidingen in het project ingebracht evenals de vraag van niveautreden.
De overheid heeft het vakoverzicht over de opleidingsinstellingen in de regio en vertegenwoordigt bij “EU in motion” de reguleringskant. Gezamenlijk met het Berlijnse senaatsbestuur voor gezondheid zal het zwaartepunt van het ministerie liggen bij het werken aan de vraag van mainstreaming en de verankering van het EQR in de politieke regelgeving.

(pagina 10 van 42)
Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers

WERK VAN DE HOOFDLEDEN:
- Vergelijken wat standaard is in de Oostenrijkse opleidingen met betrekking tot de omzetting van EQF
- Helder maken van de mogelijkheden van een beschrijving van de ziekenverplegingsopleidingen over
ECTS
- Kwaliteitsmanagement-grondconcept, omzetting
- Helder maken van de wettelijke kaders
- Besprekingen met de belanghebbenden (stakeholders)

Vergleich mit den anderen Projektteilnehmern
Vorschläge erarbeiten zur Umsetzung
Dir. Maria GLAWOGGER
Schule zur Vorbereitung für die Ausbildung in der Gesundheits- u. Krankenpflege

Dir. Mag. Ida BRUGGER
Schule für allgemeine Krankenpflege des Landes Steiermark am LKH- Univ-Klinikum Graz

Dir. Annemarie TRUMMER
Schule für allgemeine Gesundheits- und Krankenpflege und Kinder- und Jugendlichenpflege des Landes Steiermark am LKH-Univ-Klinikum, Graz

Dir. Mag. Romana SCHLOFFER
Schule für allgemeine Gesundheits- und Krankenpflege des Landes Steiermark am LKH Bad Radkersburg

Dir. Rosemarie LANGBAUER
Schule für allgemeine Gesundheits- und Krankenpflege des Landes Steiermark in Frohnleiten

Dir. Mag. Brigitta HOCHENEGGER-HAUBMANN
Schule für allgemeine Gesundheits- und Krankenpflege des Landes Steiermark am LKH Bad Radkersburg

Dir. Mag. Dr. Christine ZISCHMEIER
Schule für allgemeine Gesundheits- und Krankenpflege des Landes Steiermark am LKH Stolzalpe

Dir. Bernhard AMTMANN
Schule für psychiatrische Krankenpflege des Landes Steiermark am LSF Graz

Koordination – Brigitte SIMSCHITZ-VUCSINA
Amt der Steiermärkischen Landesregierung, Fachabteilung 8A, Referat Gesundheitsberufe
Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen
Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

2001-2002 Leonardo
mobiliteit Algemene ziekenverplegings- school, Graz Kennisuitwisseling gezondheid en ziekenverpleging
2001-2002 Leonardo
mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging LKH Leoben verpleging
2001-2003 Leonardo
mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark Medisch-technische diensten, onderscheid in
Europa
2002 Leonardo
mobiliteit Algemene ziekenverplegings- school, Graz


Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

2002 Leonardo
mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging en kinder- en jeugdverpleging, Graz Ergonomie
2002 Leonardo
mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging LKH Leoben Verpleging
2002-2003 Leonardo
mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark Medisch-technische diensten, praktische opleiding in Europa
2002-2003 Leonardo
Mobiliteit-jonge werknemers Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark Beroepservaring in het buitenland, vroedvrouwen en fysiotherapie
2003 Leonardo
mobiliteit Algemene ziekenverplegings- school, Graz Met hersenen op hart en nieren
2003 Leonardo
mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging en kinder- en jeugdverpleging, Graz Publieke gezondheid
2003 Leonardo
mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging LKH Leoben verpleging
2003 Leonardo
mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging LKH Stolzalpe Actieprofiel
2003-2004 Leonardo
Mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark Medisch-technische diensten, practicum binnen Europese ruimten
2004 Leonardo
Mobiliteit,leraren Algemene ziekenverplegings- school, Graz Euroblick
2004 Leonardo
Mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging en kinder- en jeugdverpleging, Graz Rehabilitatie
2004-2005 Leonardo
Mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark MTD-practicum 2004

2005 Leonardo
Mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging LKH Leoben verpleging
2005 Leonardo
Mobiliteit School voor algemene ziekenverpleging LKH Stolzalpe Geriatrische-palliatieve verzorging
2005-2006 Leonardo
Mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark Medisch-technische diensten, praktijkvergelijking
2006-2007 Leonardo
Mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark MTD-opleidingen, op diagnostische en therapeutische wegen door Europa
2007 Levenslang leren Leonardo
Mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark Van mythe naar pragmatisch
2007-2008 Levenslang leren Leonardo
Mobiliteit Academie voor medisch-technische diensten, Stiermark MTD-opleidingen, met een open blik in de toekomst



B3 Voor iedere, bij het consortium betrokken, inrichtingen in te vullen:
Algemene beschrijving van de instelling: grootte, terrein waarop met werkzaam is, speciale kennis en competenties met betrekking tot het voorgestelde project

ROCvA werd in 1997 op regeringsinitiatief gesticht. Het gebied wat het ROCvA bestrijkt, strekt zich uit van Amsterdam tot en met de omliggende gemeenten Amstelveen, Hoofddorp en Hilversum. Het opleidingsspectrum van het ROCvA community college omvat vol- en deeltijd cursussen in opleiding, maatwerk en volwasseneducatie evenals privécursusssen en cursussen in de non-profit sector. Doelgroepen in de leer- en opleidingsprogramma’s zijn jeugdigen en volwassenen uit de regio. Met 35.000 studenten en 3.500 deel- en voltijdmedewerkers en rond de 60 standplaatsen hoort het ROCvA bij de grootste community colleges in Europa.
ROCvA werkt nauw samen met de ondernemers en garandeert daardoor specialisering van zijn cursussen. De opleiding onderscheidt zich door een nauwe verbinding tussen theorie en praktijk, aanpassing en specialisering. Een voltijdstudie verbindt studie met praktische opleiding op de werkplek. Als deeltijdstudie wordt een praktijkgeoriënteerde opleiding aangeboden, die met deeltijd scholingen verbonden is.
Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project
ROCvA is het uitvoerende instituut in Nederland en biedt opleidings- en vervolgopleidingsrichtingen aan in een breed spectrum van gezondheidsberoepen aan.
Ze is actief betrokken bij de omzetting van alle onder 3 t/m 10 genoemde stappen in het projectplan.
De tot eenheid gebrachte staatswetgeving voor de gezondheidsberoepen in Nederland kan voor alles als contrast tegenover de Duitse gezet worden, die zeer gespecialiseerd en federaal verschillend is geregeld.
Als drager van het aanbod in opleidingen en vervolgopleidingen in de gezondheidsberoepn brengt het ROCvA gefundeerde ervaring over de vraag voor erkenning van informeel verworven leerresultaten in het project in.
De jarenlange ervaring bij de integratie van migranten vrouwen verrijkt hetproject, vanwege het themaveld van erkenning van in andere landen verworven examens.

Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers

Benedicta Taks:
Jarenlange beroepservaring als opleider in de verpleegkunde
Publicaties over “Nursing in de nursing home”en “Nursing in de home care”
Jarenlange ervaring in de uitvoering van Leonardo-de-Vinci mobiliteitsprojecten voor studenten in de verpleegkundige beroepen
Lidmaatschap van internationale beroepsorganisaties

Dorothea Wilhelmina Malij
Jarenlange beroepservaring als opleider voor apothekersassistent
Organisatie van Leonardo-da-Vinci mobiliteitsprojecten in de gezondheidsberoepen
Gefundeerde ervaring met de beroepsintegratie van migranten
EU-wijd verweven door lidmaatschap van internationale beroepsorganisaties

Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen
Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

2005 Leonardo da Vinci ROC van Amsterdam Studenten van Amsterdam on the move II National agency LdV, Nederland
2005 Leonardo da Vinci ROC van Amsterdam Amsterdamse leraren on the move III National agency LdV, Nederland
2005 Socrates Grundtvig lerend partnerschap Gustav Stresemann institute, Bonn Approches to promote active citizenship with disadvantaged communities Europees platform, Nederland



B3 Voor iedere, bij het consortium betrokken, inrichtingen in te vullen:
Algemene beschrijving van de instelling: grootte, terrein waarop met werkzaam is, speciale kennis en competenties met betrekking tot het voorgestelde project

De ziekenverplegingsschool werd in 1954 gesticht, ze biedt nu werk aan 72 leraren en leidt ca. 1000 scholieren op in 3 verschillende opleidingsprogramma’s (helpende ouderenverzorging, ziekenzuster een cosmetische opleiding). De leerlingen doorlopen practica in het ziekenhuis en bejaardenhuis. De school is ook werkzaam binnen de volwasseneducatie en bemiddelt daarbij ook in internationale certificaten voor het beroep masseur. De vakdocenten op onze school zijn bij de reorganisatie van het opleidingsprogramma van de beroepen in de gezondheidszorg in Slovenië betrokken. Wij werken mee aan vele projecten met het staatscentrum voor beroepseducatie uit Ljubljana en ook met taltijke organisaties, die in het gezondheidswezen werkzaam zijn.
De school is in regionale en nationale netwerken geïntegreerd. Ieder jaar voeren we minstens een LvD-project uit. In het kader van LdV-projecten op het gebied van mobiliteit hebben we al enige uitwisselingservaringen met ziekenverplegingsscholen in Scandinavië en Tsjechië.
Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project
De school voor algemene gezondheids- en ziekenverpleging Celja is het uitvoerende instituut in Slovenië. Ze is actief betrokken bij de omzetting van alle onder 2 t/m 6 genoemde stappen in het projectplan.
Slovenië brengt, als voormalige Oostblokland en nieuw EU-lid, praktische ervaring mee in complexe aanpassingsporcessen van het nationale gezoondheidssysteem aan Europese kwaliteitsstandaarden.
De partner heeft daarbij bijzondere ervaringen in de omzetting van een multi-stakeholders dialoog over nieuwe inzetten in de opleidingen en vervolgopleidingen in het gezondheidswezen en concentreert zich daarom in het project vooral op de ontwikkeling van een sensibiliteitsstrategie voor de nationale en Europese belanghebbenden (stakeholders).


Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers

Mihaela Urska Zakosek
- jarenlange leservaring
- sterk in communicatie
- teamwerk
- betrouwbare en zelfstandige werkwijze
- organisatie en uitvoering van seminars
- projectleiding, leiding geven aan collega’s en medewerkers
- ervaring in het ontwerpen en omzetten van EU-projecten, vooral van Leonardo da Vinci

Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen
Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

B3 Voor iedere, bij het consortium betrokken, inrichtingen in te vullen:
Algemene beschrijving van de instelling: grootte, terrein waarop met werkzaam is, speciale kennis en competenties met betrekking tot het voorgestelde project

De universiteit is een van de grootste verzorgers van verpleegkundigen en vroedvrouwen onderwijs in Schotland en biedt een breed aantal mogelijkheden van leren, onderzoek en kennistransfer. We hebben een innovatieve reputatie, die komt van onze excellente academie voor onderzoek en kennistransfer. De school voor verpleegkunde, vroedvrouwen en community health is een van de meest geavanceerde verpleegkundigenopleiding in Schotland.
Wij waren een van de eerste universiteiten in Schotland die community health, pre-registratie verpleging en vroedvrouwen-opleidingen aangeboden. Sindsdienzijn we doorgegaan met innovatieve methodes om verpleegkundigen op te leiden. Wij zijn een wereldberoemd centrum boor verplegings-onderzoek, met schakels naar veel organisaties overal op de wereld, inclusief de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), voor wie we momenteel het benoemde secretariaat van het wereldwijde netwerk van de WHO samenwerkende centra voor verpleging en vroedvrouwen-ontwikkeling zijn. Als school hebben we 4 afdelingen, inclusief pre-registratie verpleegster, post-regristratie verpleegster, community health en vroedvrouwen.



Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project

De Glasgow Caledonian universiteit is het uitvoerende instituut in Schotland. Ze is actief betrokken bij de omzetting van alle onder 3 t/m 10 genoemde stappen in het projectplan.
De Schotse partner heeft binnen het consortium de langste ervaring met de ontwikkeling en het gebruik van kwalificatiekaders. Schotland is een van de weinige landen, die binnen de EU al werkt met een opleidingsoverstijgend kwalificatiekader. De opleiding heeft al 2000 leerresultaat-georiënteerde systemen omgezet.
De Glasgow Caledonian universiteti zal haar know-how voor studiepunten, certificering en de erkenning van kwalificaties in de ervaringsuitwisseling, inbrengen en samen met de andere partners aan de omzettingsvoorstellen voor de transfer werken.

Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers

Valerie Fleming:
Vroedvrouwen-professor, een van de 5 wereldwijde mentoren voor het leidersprogramma voor jonge vroedvrouwen, leidt de ontwikkeling en test de scenario’s gebasseerd op ICM essentiële competenties om de vrije beweging van vroedvrouwen binnen Europa te faciliteren.
Leider van het projectteam dat verpleegkundigen- en vroedvrouwenopleidingen naar EU-standaarden ontwikkelt in Kosovo, adviseur van verschillende verenigingen, lid van wetenschappelijke comité’s, breed scala aan publicaties:
- Women’s health education and research
- WHO experience and know how
- International research
- Education capacity building throughout Europe

Angela Poat:
Geregistreerde vroedvrouw, veel ervaring als onderzoekscollega en spreker en programma-organisator van masters-programma’s.
Teamleider van verschillende opleidingsprogramma’s voor verpleegkundige en vroedvrouw, lid van verschillende kwaliteits- en versterkingsgroepen, evaluatie van vroedvrouwen programma’s in Schotland.

Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen
Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

B3 Voor iedere, bij het consortium betrokken, inrichtingen in te vullen:
Algemene beschrijving van de instelling: grootte, terrein waarop met werkzaam is, speciale kennis en competenties met betrekking tot het voorgestelde project

Het senaatsbestuur behartigt de taken van het opperste overheidsorgaan binnen de gezondheid, werkbescherming, milieu en gezondheids- en algemene gebruikersbescherming evenals stedelijke taken in dit bereik.
Ze omvat 4 afdelingen- algemene bestuursaangelegenheden, gezondheid, intergratieve milieubeschermingen en milieupolitiek evenals de verbruikerspolitiek.
Kerngebieden in de gezondheid zijn: ziekenhuisverzorging, openbare gezondheidsdienst, pharmaciewezen, gezondheidsberoepen, rampenbescherming, drugs en verslaving, gezondheidsverslagen, psychiatrische verzorging en het toezicht op de Berlijnse ziekenfondsen en de geneeskundige kamers. Aan het senaatsbestuur zijn het instituut voor gerechtelijke en sociale geneeskunde Berlijn, het kankerregister voor Berlijn, Brandenburg, Mecklenburg-Vorpommern, Sachsen- Anhalt, Sachsen en Thüringen, het bureau voor werkbescherming, gezondheidsbescherming en technische veiligheid en de Berlijnse bedrijven voor centrale gezondheid ondergeschikt.


Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project

Het senaatsbestuur voor gezondheid en verbruikersbescherming Berlijn is bij de werkpakketten 3 en 6 betrokken.
Als overheid geeft zij vorm aan de regelgevings-politiek van de deelstaat Berlijn en aan de voorwaarden voor kaders van verticale en horizontale mobiliteit in de gezondheidszorg.
De functie van het senaatsbestuur voor gezondheid en verbruikersbescherming Berlijn zal bij EU in motion vooral bestaan uit het sensibiliseren van de belanghebbende in de besturen evenals de implementering van de vastgestelde “Good practices” in de regelgevingspolitiek.
Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers

Elke Zingel-lang:
- jarenlange ervaring in het openbaar bestuur afdeling gezondheid en met de relevante administratieve processen inclusief de overeenkomstige besturen op nationaal vlak.
- Excellente know-how in de vormgeving van juridische en politieke voorwaarden voor kaders voor geneeskundige vakberoepen.
- Ervaring en gefundeerde kennis in netwerken, uitgebreide ervaring met mainstreaming, publiciteitswerk.

Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen
Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

08-06 Tot 02-08 Twinning Senaatsbestuur voor gezondheid, milieu en verbruikers- bescherming Strengthening the Croation Capacity to combat drugs trafficking and drugs abuse
01-07
Tot
12-07 Actieprogramma nationale sensibiliseringsdeelname aan het thema Sociale inschakeling en sociale bescherming BGZ Berlijns genootschap voor internationale samenwerking “Active health”: strategieën voor een verbeterde toe- gang van
Migranten voor gezondheidszorg door sensibilisering en empowerment als bijdrage aan de Europese sociale beschermingsstrategie
12-05 tot
07-07 TACIS Senaatsbestuur voor gezondheid, milieu en verbruikers- bescherming Verbetering van de managementcapaciteit van het gemeentelijke gezondheidssysteem voor betere kwaliteit voor medische services




B3 Voor iedere, bij het consortium betrokken, inrichtingen in te vullen:
Algemene beschrijving van de instelling: grootte, terrein waarop met werkzaam is, speciale kennis en competenties met betrekking tot het voorgestelde project

Vivantes is het grootste ziekenhuis in Europa in gemeentelijke dragerschap. In de 9 klinieken worden meer dan 180.000 gevallen van alle vakdisciplines behandeld.
In de 11 verzorgingshuizen voor senioren worden meer dan 1600 bewoners verzorgd. Het IbBg is de centrale opleidingsplaats van de onderneming voor niet-medische gezondheidsberoepen. In de 5 vakgebieden worden 765 mensen opgeleid (gezondheids- en ziekenverpleging, ouderenverzorging, vroedvrouwen en operatieassistent). De opleidingen zijn naar het leerveldconcept respectievelijk handelings-georiënteerd gestructureerd.
Voor de theoretische en de praktische opleiding staan meer dan 50 leraren en vakdocenten ter beschikking.Als mentoren voor de praktische opleiding staan meer dan 200 gekwalificeerde praktijkopleiders ter beschikking. Met uitzondering van hartchirurgie zijn alle medische disciplines vertegenwoordigd. Het instituut biedt de leerlingen de mogelijkheid een EU-practicum door te maken. Het instituut is projectpartner en lid als strategisch adviseur in het EQUAL-ontwikkelingspartnerschap “Bridge” evenals bij het project “Active Health”.




Functie van de deelnemende instelling binnen het voorgestelde project

De IbBG van het Vivantes-netwerk voor gezondheid is vooral bij de projectpakketten 3,4,5,9, en 10 betrokken.
De IbBG vertegenwoordigt, evenals het ROCvA de praktijk van de beroepsopleidingen in het project. Door zijn verbinding met het ziekenhuisconcern Vivantes brengt de partner de perspectieven van de ondernemer in de gezondheidssector in het project in.
Evenals het ROCvA werkt IbBG al sinds enige jaren aan de vraag van erkenning van examens uit andere landen en aan het themaveld competentieonderzoek.


Bekwaamheden en speciale kennis van de belangrijkste aan het project deelnemende medewerkers

Ulrich Söding:
Leider van het instituut voor beroepsopleidingen in de gezondheidszorg, jarenlange ervaring als verpleger en actief in de verpleegkundigenopleiding, ontwikkeling van curricula, opleidingsconcepten voor het kliniekconcern-management voor 5 opleidingen, ontwikkeling van scholingsprogramma’s in EU-projecten.
Bedrijfswetenschap, projectmanagement, personeelsbeleid, gefundeerde computerkennis, curriculumontwikkeling

Andrea Stiefel:
Jarenlange ervaring als opleider, coördinerende docent bij de vroedvrouwen, planning en organisatie van opleidingen, gedelegeerde bij het internationale vroedvrouwenverbond ICM en bij de WHO, leiding geven aan en motiveren van mederwerkers en leerlingen, bekwaamheid in het oplossen van conflicten, meelevendheid tegenover andere mensen speciaal in moeilijke situaties of uit andere culturen, doelgeoriënteerde en zelfstandige werkwijze, veel ervaring met het organiseren en leiden van workshops en conferenties door het lidmaatschap van het internationale vroedvrouwenverband en de deelname aan conferenties en organisaties in binnen- en buitenland.

Grit-Karen Kalisch:
- teambekwaamheden
- communicatieve bekwaamheden
- doelgeoriënteerde werkwijze

Susanna Simon:
- kwaliteitsmanagement binnen de opleidingen (medewerker AG kwaliteitsmanagement in de vroedvrouwenopleiding BDH)
- communicatief bekwaam, doelgeoriënteerd, teambekwaam, netwerken, leiderschap verdere ontwikkeling ICM (internationale confederatie van vroedvrouwen, 3 jaar, beroepsbegeleidend)
- Goede kennis in MS-Office, SPSS

Bijzonderheden van de projecten/netwerken, waaraan uw instelling in de laatste 5 jaar met financiële ondersteuning van een gemeenschapsprogramma / gemeenschapsinitiatief heeft deelgenomen
Data Programma of initiatief Identificatie-
nummer Verdrags-
organisatie Beschrijving van het project Website

2006-2007 EQUAL Brug voor reïntegratie door fundamentele ontwikkeling van competenties (o.a. in verzorgingsberoepen)
15-12-2006
Tot
15-12-2007 Masterplan gezondheid, Europese commissie/GD werk, sociale gelijkheid en gelijke kansen BGZ Berlijns genootschap voor internationale samenwerking “Active health”: strategieën voor een verbeterde toe- gang van
Migranten voor gezondheidszorg door sensibilisering en empowerment als bijdrage aan de Europese sociale beschermingsstrategie




Hoofdstuk C: Plechtige verklaring van de wettelijke vertegenwoordigers van de aanvragende inrichting. (niet vertaald)


Hoofdstuk D: Beschrijving en motivering van het Project


D1: Motivering en achtergrond
• Motiveer (rechtvaardig) uw project en beschrijf de achtergrond terwijl u de behoefte (noodzaak) en/of beperkingen definieert , wat met het project aangepakt zal worden (huidige situatie in de deelnemende landen, vorige of voorbereidende werkzaamheden op dit gebied, de resultaten van benodigde behoefteanalysen, geselecteerde methoden, termijnen, doelen enz.)
• Vat de belangrijkste indicatoren (gepubliceerd), die de behoefte (noodzaak)illustreren samen.
• Betrek er verwijzingen (referenties) naar gezamenlijke politieke prioriteiten bij, die in dit gebied op nationaal of internationaal niveau verklaard worden.

De sector gezondheidszorg in de EU kenmerkt zich door een verscheidenheid aan bijzonderheden: bijvoorbeeld, in Duitsland is er een academische initiële opleiding voor verpleegkundigen alleen in de vorm van proefprojecten, daarvoor werden maar weinig hulpkrachten in de verpleging ingezet. In de meeste andere Europese landen zijn er al jarenlang verpleegkundigen met academische graad of doctoraal, maar ook een hoog percentage van gedeeltelijk geschoolde krachten, die voornamelijk voor het directe werk met de patiënten verantwoordelijk zijn. In de Oost-Europese landen heeft de academische opleiding van verpleegkundigen een lange traditie, maar is vaak ondergebracht bij de medische faculteiten. Naast alle verschillen zijn er overeenkomsten, bijvoorbeeld in bijna alle landen loopt de opleiding en ontwikkeling in de sector gezondheidszorg nog steeds sterk input-georiënteerd.

In het algemeen kan gezegd worden dat de beroepen in de gezondheidszorg sterker dan vele andere beroepen worden gekenmerkt door een hoge mate van regelgeving. Aan de andere kant is een hoge mobiliteit van werknemers traditioneel kenmerkend voor deze sector. De kwestie van de transparantie en de vergelijkbaarheid van examens (niveau’s) staat centraal.

Er zijn al een groot aantal experimenten, om de examens (niveau’s) en kwalificaties transparant en vergelijkbaar te maken. Deze procedures zijn deels strijdig, vaak blijven ze op het niveau van het wetgevende proces vastzitten. Na sectorale richtlijnen voor de verpleging is nu de algemene richtlijn 2005 / 36 / EG aangenomen, die met zijn 5 niveaus tegenover de 8 niveaus van de EQF staat. Een expert EQF bestaat op EU-niveau nog niet, het proces van competentie oriëntering begint net.
Gelijktijdig vindt de ontwikkeling van een concept voor de erkenning van deze kwalificaties plaats. De sturing van het onderwijs in de beroepen in de gezondheidszorg verschilt aanzienlijk tussen de EU-landen: Terwijl, bijvoorbeeld, in Engeland al sinds jaren met opleidingssector-overstijgende kaders voor kwalificaties gewerkt wordt, is deze aanpak in Duitsland nog steeds vreemd en zeer omstreden.

D2: Doelen en doelstellingen
Definieer de specifieke doelstellingen van het project en beschrijf manieren, die kunnen helpen de onder “motivatie en achtergrond” beschreven situatie te veranderen, evenals de specifieke behoeften die door het project worden blootgelegd. Toon vervolgens aan, in welke verhouding deze doelen en doelstellingen staan ten opzichte van de in punt A.5 gekenmerkte doelen en Prioriteiten.

Het project "EU in Motion" is gericht op de versterking van de transparantie en vergelijkbaarheid van examens (niveaus) in geselecteerde beroepen in de gezondheidszorg, de bevordering van de doorzichtigheid en de verbindingen(banden) tussen de systemen van beroepsonderwijs en academisch onderwijs en het vergemakkelijken van de mobiliteit, evenals kwalitatieve verbeteringen in de beroepsopleidingen.

Het doel is om de beginselen en mechanismen van de toekomstige EQF verder te ontwikkelen en te testen. De invoering van EQF zal, in overeenstemming met de nationale omstandigheden, positief begeleidt worden en er zal gebruik gemaakt worden van eerdere ervaringen in de verschillende landen betrokken bij het proces van de open coördinatiemethode. Hoewel de huidige richtlijnen sterk input georiënteerd zijn, wil het project de output georiënteerde EQF gebruiken om de ontwikkeling van resultaatgericht leermechanismen op nationaal niveau te stimuleren of ondersteunen. Dit zal ervoor zorgen dat de transparantie en vergelijkbaarheid van de gekozen beroepen in de gezondheidszorg, fysiotherapie en ergotherapie zowel op nationaal als op Europees niveau stijgt, wat de kansen op levenslang leren voor de in deze beroepen werkende mensen zal doen toenemen, evenals de mobiliteit binnen de EU.

Het project "EU in Motion - kwalificatie voor een betere gezondheidszorg door gebruik te maken van de EQF" baseert zich op een Good-Practice-uitwisseling en op de gezamenlijke ontwikkeling van aanbevelingen voor de nationaal belanghebbenden en voor de ontwikkeling van het EQF. Deze aanpak zal een dubbelzijdige ontwikkeling in gang zetten: aan de ene kant wordt een nationale impuls in de richting van de output-georienteerde beschrijving van opleidingen gegeven, aan de andere kant draagt de praktische herziening van EQF op Europees niveau bij de zwakke plekken in de uitvoering van deze beginselen en Mechanismen zichtbaar te maken. Zo zullen de opleidingen in de deelnemende landen door een impuls van positieve voorbeelden verbetert kunnen worden, wat de sector gezondheidszorg als geheel ten goede zal komen.

Dit maakt het project een belangrijke bijdrage aan de kwalitatieve verbeteringen en innovaties op het gebied van de systemen, inrichting en methoden van het beroepsonderwijs en de vervolgopleidingen in de geselecteerde beroepen in de gezondheidszorg en het vergroot de aantrekkelijkheid van het beroepsonderwijs, de vervolgopleidingen en de mobiliteit. “EU in Motion” reageert op belangrijke problemen, waarmee de gezondheidszorg wordt geconfronteerd, met name met het oog op de veranderende vaardigheden van het medisch personeel en de demografische ontwikkeling.


D3: gedetailleerde beschrijving
De gedetailleerde beschrijving moet in overeenstemming zijn met de bovengenoemde eisen, waarbij op het volgende ingegaan moet worden:
• Hoe worden de, in D.1 genoemde problemen, die verband houden met de behoeften en beperkingen van het voorstel aangepakt?
• Beschrijf de doelgroep(en), die op de korte termijn aangesproken zal (zullen) worden en hun essentiële behoeften.
• Beschrijf de begunstigden op de lange termijn, en de verwachte impact op hen.
• Leg uit hoe de resultaten en de voordelen voor de begunstigden op de lange termijn kunnen worden doorgegeven.
• Rechtvaardig de duur van uw project.
• Met welke indicatoren zullen de werkvoortgang en de verwezenlijking van de verwachte resultaten worden gemeten?

Het project "EU in Motion" richt zich op de gewenste verdere ontwikkeling en het testen van de EQF binnen twee professionele groepen: de zorg en de fysiotherapie en ergotherapie. Deze beperking is gekozen om verschillende redenen: aan de ene kant betreft het beroepen, die in alle deelnemende landen vertegenwoordigd zijn en waarbij een relatief groot aantal jongeren deze beroepsopleidingen kiezen. De regelgeving, waar deze twee professionele groepen in de deelnemende landen onder vallen, verschillen in zo grote mate, zodat gerekend kan worden op significante verschillen als basis voor de vergelijking van competenties.

Om de benodigde oriëntering van het project te waarborgen, begint “EU in Motion” met een gedetailleerde analyse van de op dit moment geldende uitgangssituatie in de deelnemende landen: geregistreerd worden o.a. de nationale sturingsinstrumenten, die de erkenning en Mobiliteit regelen. Op basis van een gezamenlijk ontwikkeld raster moet transnationale Good Practice geïdentificeerd worden en vervolgens door elk van de partners op overdraagbaarheid in zijn land gecontroleerd worden. Vastgestelde aanzetten voor oplossingen voor het inbedden van de EQF in het nationale stelsel van opleidingen in de sector gezondheidszorg zal in de vorm van aanbevelingen overgedragen worden en de stakeholders een basis geven voor de uitvoering.



De activiteiten van het project omvatten onder werkgroepen over de nationale situatieanalyse binnen de opleidingen van de geselecteerde beroepen in de gezondheidszorg, en voor de identificatie, beoordeling, aanpassing en implementatie van Good Practice en de ontwikkeling van de aanbevelingen vooraan de ene kant, een transparante en vergelijkbare resultaatgerichte ontwikkeling van het onderwijs op Nationaal niveau door gebruik te maken van de Europese kwalificatiestructuur (EQR) en aan de andere kant, de verdere ontwikkeling van de Europese kwalificatiestructuur (EQR), netwerkvorming en het nemen van maatregelen tot bewustwording van de Stakeholders, het ontwikkelen van strategieën voor mainstreaming en implementatie.

De resultaten worden vastgelegd in de concept- en de strategiedocumenten (strategie voor de implementering in het beroepsonderwijs / vervolgopleidingen / opleidingen op academisch niveau) - zij dienen als basis voor de implementering / versterking en waarborging van de duurzaamheid. Het is ook een bijdrage aan het communicatieproces - met een blik op de toekomstige ontwikkeling van het EQF binnen de Europese beroepen in de gezondheidszorg. Een centraal thema zal de ontwikkeling van een EQF-gericht kwaliteitsconcept zijn, dat niet alleen in de deelnemende landen, maar door middel van de bestaande netwerken, op conferenties, e.d. op EU-niveau in de discussie gebracht zal worden.

Op de lange termijn zal, door de processen van Europeanisering en vorderingen op het gebied van wederzijdse erkenning van diploma's uit verschillende vormen van leren, een Europees kader de verbetering van de kwaliteit van het beroepsonderwijs als geheel bewerkstelligen. Op het gebied van niet-medische beroepen levert het project daar ook een belangrijke bijdrage aan.


“EU in Motion” bereikt verschillende doelgroepen.
A) de deelnemende onderwijsinstellingen uit de sector gezondheidszorg. Ze zijn niet alleen actoren in het project, maar ze hebben ook functie in directe uitvoering en de verspreiding (vermenigvuldiging). Zoals drager van de opleiding en vervolgopleidingen moeten zij in toekomstige Curricula bij de formulering van de leerdoelen, het EQF hanteren.
B) Stakeholders op nationaal- en EU-niveau, "EU in Motion" zorgt voor bewustwording op politiek besluitvormingsniveau voor de Europese kwalificatiestructuur en
ontwikkeldt concrete aanbevelingen voor maatregelen voor de uitvoering.
C) Werknemers uit de beroepen in de gezondheidszorg. Het project zal bijdragen aan het ontsluiten van deze doelgroep op de Europese arbeidsmarkt en hun professionele mobiliteit vergemakkelijken, door hun vaardigheden te documenteren en vergelijkbaar te maken (Europass). Door het wegnemen van de belemmeringen op het gebied van onderwijs en opleiding wordt het leven lang leren versterkt. Zo levert het project ook een bijdrage aan de Lissabon-strategie: De gezondheidssector wordt als professioneel beroepsveld aantrekkelijker door het verhogen van de kwaliteit van onderwijs en opleiding, de levenslang Leerweg tot aan de universiteiten, het aantal afgestudeerden academici en een toename van het niveau van Professionaliteit in de gezondheidszorg


D) De patiënten, ten slotte, zijn een indirecte doelgroep. De kwaliteit van onderwijs en opleiding op Europees niveau neemt toe, dit komt de patiënten ten goede.

Looptijd: Voor de uitvoering van het project is een termijn van 2 jaar vastgesteld. De duur verklaart zich in de omvang het project en de diversiteit van het werk. Een tijdsschema is bijgevoegd.

Naast het Duits, is het Engels als werktaal gekozen. Door het verstrekken van alle documenten in de Engelse taal, wordt de overdracht van de resultaten van het project in landen, die niet betrokken zijn bij het project, gewaarborgd. Dit wordt vergemakkelijkt door het feit dat alle partners van het project in Europese netwerken actief zijn.

Voor de evaluatie van de voortgang van het werk tijdens het project, een aantal indicatoren:
• indicatoren van de voortgang van het project: datum van voltooiing van de
(gedeeltelijke) individuele resultaten, de geplande / gebruikte middelen voor de
activiteiten / werk pakket;
• Indicatoren voor de partner netwerken: Type en aantal van de betrokkenen, het soort
betrokkenheid van de belanghebbenden, betrokkenheid op het gebied van samenwerking;
• Indicatoren voor de overdracht van “Best Practice” voor de implementering van
innovatieve educatieve inhoud en mechanismen van de EQF (aantal educatieve
instellingen die daarmee gaan werken, het aantal leerlingen);
• Indicatoren voor de overdracht van “Best Practice” bij de uitvoering/het gebruik van
EQF & ECVET, Oriëntering op de competenties, Vergelijkbaarheid / professioneel
beroepsbeoefenaar tegenover Academische opleidingen, concept- en
implementeringstrategie: het type verworven competenties, certificering, met, via
het ECVET concept ontwikkelde procedures, werken;
• Indicatoren voor het openbaar maken en de mainstreaming: de betrokkenheid van de
media, directe toegang tot de gebruikers, toegang tot groepen met politieke
beslissingsbevoegdheid.

Niet geselecteerd als indicatoren zijn aspecten, zoals mobiliteit van afgestudeerden, de aanvaarding van de EQF / NQF etc, doordat hiervan de haalbaarheid
vakinhoudelijke motivatie niet realiseerbaar is.
De gegevens zijn o.a. uit deelnemerslijsten, protocollen, rapporten, enz. van de partners verzameld.

D4: kwaliteit van het consortium
• Geef aan hoe het consortium werd opgericht.
• Licht de toewijzing van activiteiten en hoe de bijdrage van de deelnemende
instellingen voor elk van deze activiteiten is ontworpen toe, om de
projectdoelstellingen op de meest effectieve en efficiënte wijze te bereiken.
• Beschrijf de door de deelnemende instellingen opgedane ervaringen en beschrijf de
structuur, het functioneren en de ervaring van het consortium in de transnationale
samenwerking.
• licht toe welke belangen de leden van het consortium hebben in de opleiding en de
onderwijssystemen en welke taken en rollen zij daarin zien.
• Geef een beschrijving van hoe representatief het consortium is met betrekking tot
inzichten in de arbeidsmarkt en het onderwijs en de opleidingssystemen.
• Geef aan hoe de samenwerking en communicatie tussen de partnerinstellingen
gewaarborgd is. Wat zijn de officiële talen?

• Andere partnerinstellingen: Gelieve een lijst in te dienen van activiteiten van de
onder het project vallende partnerinstellingen, die niet opgenomen zijn in de
begroting (partners uit landen, die in de LLP niet mogen deelnemen; netwerkpartners,
die bijvoorbeeld op het gebied van verbreidingsactiviteiten actief zijn), waarop
vermeld staan, de naam van de instelling, het departement, het land van oorsprong
met behulp van de landencodes uit tabel 17 van de gids, de naam van de
contactpersoon en een korte beschrijving van de rol en de aard van de deelname.
• Typeer de toekenning van taken aan derden (die niet tot het consortium behoren) en
leg uit waarom deze gebieden niet onder het consortium vallen.

“EU in Motion” betrekt partners uit vijf Europese landen: Duitsland, Nederland, Slovenië en Oostenrijk en Schotland. De operationele partners zijn voornamelijk universiteiten en onderwijs- en opleidingsinstellingen, die in de praktijk direct bij het thema betrokken zijn evenals voor de regulering van bevoegde bestuursstructuren. Daarmee zijn zowel de praktische relevantie van het project, alsook betrouwbare structuren voor de integratie van duurzame resultaten en de uitvoering ervan.

Alle partners werken gelijkgerechtigd samen ten gunste van het succes van het project. De BGZ neemt de coördinatie van het transnationale partnerschap, de supervisie, de controle, de kwaliteitsborging, en de coördinatie van het transnationale netwerk, alsmede het penvoerderschap bij het ontwerp van de valorisatieproces, op zich.
De informatie- en communicatiestromen door de BGZ gezamenlijk met de coördinatoren van de partners (zoals leden van het project management team) vorm gegeven.

De partners voeren, in coördinatie met de BGZ, hun projecttaken zelfstandig uit in het kader van de individuele werkpakketten. Omdat de meeste partners in het kader van gezamenlijke projecten reeds een samenwerkingsverband met elkaar hebben en over vaste netwerkstructuren beschikken, is de verwachting dat een effectieve samenwerking, waarbij alle partners betrokken zijn, vlot kan worden gerealiseerd. Er zijn twee werktalen gekozen - Duits en Engels – om zowel een optimale inzicht in het werkniveau te bereiken alsmede de basis voor een zo breed mogelijke verspreiding van de projectresultaten.
De partners zijn zich bewust van het feit dat, in verhouding tot de reële mogelijkheden van de deelnemende instellingen en als gevolg van de opgedane ervaring van een succesvolle samenwerking, het voordeel van de efficiëntie toeneemt. Criteria voor de selectie van de partnerlanden waren: Landendiversiteit, de diversiteit van de “spelers”, ervaring en invloed in het gebied van de beroepsopleiding, de toegang tot Stakeholders, meewerkcapaciteiten, internationale samenwerking, betrouwbaarheid en kwaliteit. De betrokken partners hebben jarenlange ervaring in de uitvoering van projecten op het gebied van het beroepsonderwijs. Zij vertegenwoordigen verschillende regio's van de EU en dragen met hun specifieke ervaringen en Beste Practices bij aan een constructieve dialoog met meerdere stakeholders over de mogelijkheden om de doelstellingen van het project te realiseren. Het feit dat de partners zich op eerdere ervaringen konden beroepen, garandeert dat, de bij het project betrokken “spelers” op een vergelijkbaar hoog niveau kunnen samenwerken. Tegelijkertijd worden de bestaande netwerkstructuren een ideaal uitgangspunt voor de ontwikkeling van een Europees platform voor het debat over de Europese kwalificatiestructuur /NQF, als een bijdrage aan de versterking van de transparantie en vergeli